Eenmaal aangekomen loopt de nieuwe haan naar de oude haan en zegt: “Luister eens, opa! Deze hele boerderij is nu van mij!”
De oude haan zegt, “Kom op vriend? Laat me tenminste bij de oude hennen blijven? Blijven we achter?”
De nieuwe haan is onvermurwbaar “Echt niet! Alle hennen zijn van mij!”.
De oude haan zucht en doet een voorstel: ze racen met z’n tweeën rond de boerderij en als de oude haan wint mag hij op de boerderij blijven, als hij verliest gaat hij weg en mag de nieuwe haan het overnemen.
Het enige addertje onder het gras is dat de oude haan in slechte conditie is en dus een voorsprong nodig heeft.
Dus de hanen gaan in een rij staan, de oude krijgt een voorsprong en de nieuwe haan vertrekt.
Als hij aan de voorkant van het huis komt, staat de oude haan vlak voor hem. Hij is zo dichtbij om hem te verslaan. Hij strekt zijn nek uit en springt naar voren, wanhopig om het gat tussen hen te dichten.
Op dat moment kijkt de boer op van het voorportaal en ziet de twee hanen; hij pakt zijn geweer, schiet de nieuwe haan in zijn kop en zegt,
“Verdomme! Derde homofiele haan deze week!”